Een lokale parkeernorm voor flexwoningen bepalen - zo pakt u het aan

Achtergrond

flexwoningen parkeernorm

Nederland kent een grote en urgente bouwopgave. Het lukt veel mensen niet om een goede en betaalbare woning te vinden. Dit zorgt voor lange wachtlijsten en een extra hoge druk op de woningbouw. Omdat het bouwen van reguliere woningen lang duurt, wordt er – vooral voor mensen die met spoed op zoek zijn – steeds vaker ingezet op ‘flexwoningen’, tijdelijke woningen die snel gebouwd kunnen worden. Maar welke parkeernorm pas je als gemeente toe voor flexwoningen? In dit artikel helpen we u op weg.

Wat zijn flexwoningen?

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland omschrijft flexwoningen als volgt:

“Flexwonen zorgt voor snelle woonoplossingen en ontwikkelt zich naast het reguliere huren en kopen tot een opkomend nieuw onderdeel van de woningmarkt. Flexwoningen zijn kleine woningen die verplaatsbaar, stapelbaar, schakelbaar, of splitsbaar zijn. Daarnaast heeft één van de volgende aspecten een tijdelijk karakter:

  • de woning zelf;
  • de bewoning (door tijdelijke huurcontracten);
  • de locatie”.

Flexwoningen zijn veelal kleine woningen. Het gaat meestal om woningen van circa 30 m² gebruiksoppervlak (één slaapkamer) of woningen van circa 50 m² gebruiksoppervlak (met twee slaapkamers).

Doelgroepen van flexwoningen

Flexwoningen zijn er volgens het Ministerie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor verschillende doelgroepen, maar in alle gevallen gaat het om mensen die met spoed op zoek zijn naar een woning, zoals:

  • Starters
  • Studenten
  • Jongeren
  • Statushouders
  • Oekraïense ontheemden met een speciale verblijfsstatus
  • Dak- en thuislozen
  • Gescheiden personen
  • Mensen met financiële problemen
  • Andere groepen die door gemeenten als ‘spoedzoeker’ worden benoemd

Flexwoningen en parkeerbeleid: belang van maatwerk

Een flexwoning, in combinatie met de beoogde doelgroep van bewoners, wijkt flink af van de ‘reguliere’ woningtypen waar gemeentelijk parkeerbeleid zich op richt. Het bepalen van een reële en passende parkeerbehoefte voor flexwoningen is daarom altijd maatwerk.

Uitgangspunt hiervoor moet altijd de doelgroepenverdeling zijn zoals deze door het College of de Raad is vastgesteld. De parkeernorm per doelgroep kan hierbij naar rato gewogen worden tot een totaalnorm voor flatwoningen (indien gewenst inclusief een ‘veiligheidsmarge’). Uiteraard speelt de garantie dat deze doelgroepenverdeling en de wijze van toekenning van woningen niet veranderen, hierbij een belangrijke rol.

flexwoningen bron gemeente Deventer

Flexwoningen (bron: gemeente Deventer)

Zo stem je parkeerbeleid voor flexwoningen af op de verschillende doelgroepen

Hoe start je met het bepalen van een passende parkeerbehoefte voor flexwoningen? Hieronder helpen we u op weg met de verschillende doelgroepen als uitgangspunt. Bij Goudappel gebruiken we hiervoor informatie over daadwerkelijk autobezit.

Belangrijk: we schetsen hieronder een gemiddeld beeld en houden geen rekening met bijzondere situaties, zoals specifieke geografische liggingen (ligging in het centrum, situaties zonder ongereguleerde parkeergelegenheid is of het buitengebied). Bij het bepalen van een daadwerkelijke parkeerbehoefte moeten ook deze factoren worden meegenomen.

Doelgroep reguliere spoedzoekers: ga uit van twee gemiddelden

Een van de doelgroepen van flexwoningen is de doelgroep reguliere spoedzoekers: mensen die met spoed op zoek zijn naar een snel beschikbare, betaalbare woonoplossing. Het gaat bijvoorbeeld om:

  • mensen die te maken hebben gehad met een huisuitzetting of gedwongen verkoop van de woning
  • economische daklozen (mensen die redelijk zelfredzaam zijn, soms zelfs werken, maar door pech of (relatief kleine) problemen op straat belanden)
  • mensen die in scheiding liggen en nog geen eigen (permanente) woonruimte hebben
  • adolescenten die zo lang bij hun ouders thuis zijn blijven wonen dat dit tot conflictsituaties leidt
  • mensen die op een wachtrij staan voor een sociale huurwoning

In de meeste gemeentelijke parkeernota’s en in de CROW-publicatie 381 zijn geen specifieke parkeernormen of parkeerkencijfers opgenomen voor de tijdelijke huisvesting van spoedzoekers. Wel is het autobezit op basis van referentieprojecten en/of CBS-data (per gemeente) bekend. Dat nemen we dus als uitgangspunt. Voor deze doelgroep is het aannemelijk dat het hoogste autobezit zit bij mensen die in scheiding liggen en nog geen vervangende woonruime hebben gevonden (welvaart, opleidingsniveau en arbeidsmarktdeelname liggen bij deze doelgroep het hoogst).

Een andere benadering is er vanuit te gaan dat deze doelgroep een vergelijkbaar autobezit heeft ten opzichte van (kleinere) sociale huurappartementen in de gemeente. Ook dit is een worstcase benadering omdat spoedzoekers financieel vaak in een wat lastigere situatie zitten. Om een passend uitgangspunt te vinden voor een parkeerbehoefte voor de doelgroep reguliere spoedzoekers, kan bijvoorbeeld uitgegaan worden van het gemiddelde van beide waarden.

Doelgroep statushouders: hou rekening met parkeren maatschappelijk werkers

Statushouders zijn asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben gekregen. Zij worden door het COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers) aan een gemeente toegewezen. Vervolgens moeten gemeenten de statushouders passende woonruimte aanbieden. Statushouders waar niet direct passende woonruimte voor beschikbaar is, kunnen terecht in flexwoningen. Het kan ook gaan om Oekraïense statushouders, deze groep heeft een speciale verblijfsstatus (zie volgende paragraaf).

Ook voor de tijdelijke huisvesting van statushouders zijn in de meeste gemeentelijke parkeernota’s en CROW-publicatie 381 geen specifieke parkeernormen of parkeerkencijfers opgenomen. Aangezien de wekelijkse uitkering die statushouders ontvangen, niet toereikend is om een auto te bezitten, is bekend dat het autobezit onder statushouders (zeer) beperkt is. Bovendien is het in het land van herkomst behaalde rijbewijs niet meer rechtsgeldig na de eerste 185 dagen in Nederland.

Naast parkeerplaatsen voor eigen gebruik kan de parkeergelegenheid bij flexwoningen overdag natuurlijk ook gebruikt worden voor begeleiders van statushouders. Denk aan medewerkers van maatschappelijke en sociale organisaties, vrijwilligers en/of andere hulpverleners. Qua parkeerbehoefte voor statushouders lijken flexwoningen dan ook op een AZC-locatie. Voor deze locaties hanteert het COA als indicatie een parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats per 10 bewoners (voor bewoners en ondersteuners samen). Voor flexwoningen met als doelgroep statushouders, vertaalt dit zich in een parkeerbehoefte van circa 0,2 parkeerplaats per flexwoning. Ook bij het huisvesten van asielzoekers en statushouders in hotels zou een dergelijke aanpak overigens gehanteerd kunnen worden.

Doelgroep speciale statushouders (Oekraïners): ga uit van parkeerbehoefte sociale huurders

Oekraïense statushouders hebben een speciale verblijfsstatus. Daarom onderscheiden we ze als aparte doelgroep. Er is niet veel informatie beschikbaar over het autobezit van deze groep.

Wel weten we dat sommige van hen ook per auto naar Nederland zijn gevlucht (hoeveel precies is echter niet bekend). Op dit moment mogen Oekraïense vluchtelingen hun Oekraïense auto in Nederland gebruiken zonder deze te registreren. Dit is een uitzondering op de normale regels. Normaal gesproken mogen mensen uit een land buiten de Europese Unie hun auto zes maanden in Nederland gebruiken zonder dit aan te geven. Wie de auto langer dan zes maanden in Nederland wil gebruiken, moet 'invoeraangifte' doen. De Nederlandse overheid heeft nog niet besloten of vluchtelingen uit Oekraïne hun auto in Nederland moeten gaan registreren.

Je mag als Oekraïner op dit moment dus gewoon je Oekraïense auto gebruiken in Nederland, hoeft hiervoor geen invoeraangifte te doen en geen belasting over je auto te betalen. Om deze redenen verwachten wij onder Oekraïense statushouders niet per definitie een lager autobezit dan onder huurders van sociale woningen in gemeenten (bij woningen) of een lager autobezit dan onder huurders van sociale appartementen (bij flexoningen). Gebruik het lokale autobezit van deze doelgroep dus als uitgangspunt.

Overigens zijn Oekraïense vluchtelingen (volgens veel gemeenten) vooral op zoek naar reguliere sociale huurwoningen, omdat zij vaker met hun gezin gevlucht zijn. Een (kleine) flexwoning is daarmee veelal niet voldoende passend.

Doelgroep starters: maak onderscheid naar leeftijdscategorie

Bij de doelgroep starters gaat het vaak om starters jonger dan 23 jaar. Dit is van belang omdat volgens het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid leeftijd op zichzelf nauwelijks een verklaring is voor het autobezit, maar deze wel geldt als indicator voor de levensfase waarin mensen of huishoudens verkeren, of voor inkomen, opgebouwd vermogen en gezondheidstoestand.

In de KiM-rapportage ‘Verklaringen voor de verschillen in autobezit bij Nederlandse huishoudens’ uit 2022 staat dat het autobezit onder 18-19 jarigen circa 2% bedraagt. In de groep 20-24 jarigen loopt dit op naar 23%. Op basis hiervan en de gemiddelde bezettingsgraad van flexwoningen voor starters kunt u een goed onderbouwde aanname doen voor het autobezit per woning.

Overige doelgroepen en bezoekers

Tot slot zijn flexwoningen ook vaak bedoeld voor de huisvesting van andere doelgroepen. Denk aan studenten, zwerfjongeren of ex-gedetineerden. In sommige gevallen worden flexwoningen als reguliere sociale huurwoning verhuurd. Ook voor deze doelgroepen is ons advies om zoveel mogelijk aan te sluiten bij bekende informatie over het autobezit.

Vergeet parkeren voor bezoekers niet

Een belangrijke laatste tip: vergeet de parkeerruimte voor bezoekers niet bij het berekenen van de (maatgevende) parkeerbehoefte. Lees ook het artikel van Sjoerd Stienstra hierover voor Vexpan.

Passende parkeernormen voor flexwoningen

Door op deze manier per doelgroep de parkeerbehoefte uit te werken, ontstaan passende parkeernormen – ook voor flexwoningen. Met deze methodiek hebben we bij Goudappel voor diverse gemeente en corporaties al lokaal invulling gegeven aan passende parkeernormen voor flexwoningen. Hierbij houden we indien nodig ook rekening met specifieke geografische liggingen zoals ligging en/of de situatie van parkeerregulering.

Aan de slag met passende parkeernormen voor flexwoningen?

Bij Goudappel hebben we alle kennis en tools beschikbaar om zowel gemeenten als corporaties de juiste inzichten te geven. Neem contact op voor meer informatie.

Neem contact op met Frank