Wat als iedereen een laadpaal voor de deur krijgt?
Als het om het verduurzamen van ons mobiliteitssysteem gaat, lijkt de overheid z’n pijlen vooral te richten op de elektrificatie van het wagenpark. Hoe sneller we onze benzine- of dieselauto inruilen voor een elektrische, hoe beter dat is het voor het klimaat! Toch? Adviseurs Jeroen van Luyn en Niels Voogt plaatsen daar wat kanttekeningen bij.
Dit artikel verscheen eerder in NM Magazine
De overheid maakt serieus werk van de elektrificatie van het Nederlandse wagenpark. De aanschaf van elektrische auto’s wordt met tientallen miljoenen euro’s gesubsidieerd, gemeenten en provincies rollen in rap tempo een fijnmazige laadinfrastructuur uit en het versterken van het energienet heeft hoge prioriteit. Alles voor een duurzame, toekomstbestendige en leefbare omgeving!
Maar werkt het zo simpel? De gedachte dat we de klimaatdoelen vanachter het stuur van onze stille, uitstootvrije voertuigen kunnen halen, klinkt aantrekkelijk. De realiteit is alleen complexer dan dat.
Meer dan alleen verschonen voertuigen
Natuurlijk, de elektrische auto is heel veel schoner dan een fossiel aangedreven voertuig: tijdens het rijden stoot de elektrische auto geen CO₂ en NO₂ uit. Maar brandschoon is hij ook weer niet. Als de auto (deels) op grijze stroom rijdt, draagt hij indirect bij aan CO₂– en NO₂-uitstoot. De productie van elektrische auto’s, batterijen en laadpalen is vervuilend en kost schaarse grondstoffen. En er is het probleem dat elektrische auto’s vergeleken met fossiele auto’s nul ruimtewinst opleveren en dat ze dus niet extra bijdragen aan de bereikbaarheid en leefbaarheid.
Als iedereen een laadpaal voor de deur krijgt, wordt de auto pakken wel héél aantrekkelijk gemaakt. Dat zou de klimaatdoelen alleen maar verder uit het zicht brengen.
Als we alleen inzetten op het verschonen van het wagenpark, gaan we het dan ook niet redden om de klimaatdoelen te halen. We blijven zo vastzitten in een mobiliteitssysteem dat primair afhankelijk is van individueel autogebruik. Het stimuleren en aantrekkelijk maken van de elektrische auto kan op termijn zelfs leiden tot een toename in autobezit en -gebruik. Even plat gezegd: als iedereen een laadpaal voor de deur krijgt, wordt de auto pakken wel héél aantrekkelijk gemaakt. Dat zou de klimaatdoelen alleen maar verder uit het zicht brengen.
Een integrale kijk op mobiliteit
Om de klimaatdoelen te behalen, is het belangrijk onze mobiliteit integraal te benaderen. Het gaat niet alleen om energie, maar ook om ruimtegebruik, grondstoffen en mobiliteitsgedrag op lange termijn. Als je het zo breed benadert, kom je ook op maatregelen als het verminderen van reisafstanden, door het slim inrichten van wijken bijvoorbeeld. Als we dan meteen voorzien in hoogwaardige loop- en fietsroutes en stallingsvoorzieningen, kunnen we er langzaamaan voor zorgen dat de – al dan niet elektrische – auto pakken geen vanzelfsprekendheid meer is, maar een weloverwogen keuze. Voor de langere afstanden en voor specifieke doelgroepen zouden betrouwbaar, toegankelijk en betaalbaar openbaar vervoer en deelmobiliteit de autoafhankelijkheid kunnen terugdringen.
Het is belangrijk dat we tijdig signaleren hoe de elektrificatie van mobiliteit ons verplaatsingsgedrag beïnvloedt, en nog interessanter, hoe we dit gedrag kunnen veranderen.
Gedragsveranderingen gaan langzaam, maar hebben op lange termijn groot effect. Daarom is het belangrijk dat we tijdig signaleren hoe de elektrificatie van mobiliteit ons verplaatsingsgedrag beïnvloedt, en nog interessanter, hoe we dit gedrag kunnen veranderen. Bijvoorbeeld door te kijken naar laadlocaties en gebruiksgemak, die laadpaal voor deur, in relatie tot andere vervoerskeuzes.
Brede gedragsverandering
Ja, er zijn uitdagingen bij het elektrificeren van mobiliteit, maar laten we deze uitdagingen aangrijpen als kans om onze langetermijnvisie op mobiliteit vorm te geven. Leg de focus op het eindbeeld en wees bewust van de impact van huidig beleid voor laadinfrastructuur op ons toekomstig verplaatsingsgedrag. Alleen door te streven naar een structurele en brede gedragsverandering – verschonen, verminderen én veranderen van verplaatsingen – kan de mobiliteitstransitie als geheel bijdragen aan een leefbare, bereikbare en duurzame samenleving.
_____
De auteurs
Jeroen van Luyn en Niels Voogt zijn adviseurs (fiets)parkeren, aanbesteden en elektrificatie bij Goudappel.
_____