Mobiliteitshub: zo helpt het bij uw mobiliteitstransitie

Een mobiliteitshub of mobility hub is een plek waar diverse vervoersvormen samenkomen. Het is een toegankelijk knooppunt dat uitnodigt tot efficiënte en duurzame verplaatsing van A naar B. Een toekomstbestendige mobiliteitshub vraagt om een integrale aanpak. Als overheid pakt u de regie, op basis van 3 stappen: situatie in kaart brengen, toekomstvisie schetsen, verdiepend onderzoek.

Mobiliteitshub

Mobiliteitshub in het kort:

  • Een mobiliteitshub is een plek waar diverse reizen en diensten slim en efficiënt met elkaar verbonden worden.
  • Het nodigt daarmee uit te kiezen voor efficiënt en duurzaam vervoer.
  • Een mobiliteitshub is een onmisbare schakel in de mobiliteitstransitie.
  • Mobiliteitshubs (zoals ov-knooppunten) dragen bij aan maatschappelijke doelen als sociale inclusiviteit, leefbaarheid, bereikbaarheid en duurzaamheid.
  • Mobiliteitshubs vragen om een integrale aanpak, waarbij de betrokken partijen samenwerken. U als overheid houdt daarin de regie.
  • Een essentieel hulpmiddel bij deze integrale werkwijze is het stappenplan naar toekomstbestendige mobility hubs: huidige situatie in kaart brengen, toekomstvisie bepalen, een gezamenlijk gedragen ambitie formuleren en verdiepend onderzoek.
  • Diverse tools en inzichten (zoals mobiliteitshub-studies voor grotere gebieden) helpen u op weg.

Mobiliteitshub: de kerneigenschappen

Een mobiliteitshub is een plek waar diverse reizen en vervoersvormen samenkomen. Hoewel het een breed begrip is draait het bij een mobiliteitsbeleid om:

  • De samenkomst van diverse vervoersvormen: openbaar vervoer, deelmobiliteit, de fiets, voetganger en auto.
  • Het is makkelijk om van de ene op de andere vervoersvorm over te stappen.
  • De locatie is uitnodigend, toegankelijk en prettig om te verblijven.
  • Er is ruimte voor praktische aanvullende diensten: bijvoorbeeld een supermarkt of pakketpunt.

Soorten mobiliteitshubs

Mobiliteitshubs zijn knooppunten die allerlei rollen kunnen vervullen, afhankelijk van onder meer hun locatie. Dit zijn de voornaamste typen:

  • Buurthub: een afgebakende locatie in een wijk waar bewoners hun (deel)auto’s kunnen parkeren. Een buurthub is kleinschalig en heeft vooral als doel om de grootste drukte uit een wijk te halen. Meestal bevindt de buurthub zich daarom aan de rand van een buurt of wijk.
     
  • Wijkhub: een wijkhub is grootschaliger dan een buurthub. Hier komen bijvoorbeeld openbaar vervoer en deelvervoer (fietsen, scooters en auto’s) samen. In een wijkhub is vaak ook plaats voor horeca, winkels, of een verzamelpunt voor pakketdiensten.
     
  • Stadshub: een grootschalige hub in het midden van een stad. Bijvoorbeeld een treinstation waar ook ander openbaar vervoer en deelvervoer samenkomt.
     
  • Stadsrandhub: een hub aan de rand van de stad, bijvoorbeeld een transferium, waar men kan parkeren en overstappen op openbaar vervoer of deelvervoer.
     
  • Transferhub: waar buurt-, wijk-, en goederenhubs vaak het begin of einde van een reis vormen, is de transferhub bedoeld voor de overstap tussen verschillende trajecten en vervoersvormen. Een stadshub is als ov-knooppunt vaak ook een transferhub.
     
  • Goederenhub: naast de bovengenoemde hubs gericht op personenvervoer bestaat er ook nog een goederenhub. Dat is een centrale locatie waar goederen bestemd voor een bepaald gebied samenkomen. Een goederenhub kan de verkeersdruk rondom laden en lossen in een drukke winkelstraat verlagen. Een goederenhub kan ook een stadsdistributiecentrum zijn (aan de rand van de stad), of een hub met een regionale of (inter)nationale functie.

Mobiliteitshub: een onmisbare schakel in de mobiliteitstransitie

Mobiliteitshubs zijn de sleutel in de mobiliteitstransitie. Die draait immers om het bereiken van maatschappelijke doelen via een andere inzet van vervoer, waarbij in de mobiliteitshub haar cruciale verknoping plaatsvindt. De traditionele inzet van de auto (met brandstofmotor) maakt grotendeels plaats voor vervoer en mobiliteit (wandelen, fietsen, elektrische deelmobiliteit) die veel meer rekening houden met grotere maatschappelijke thema’s als:

Lees hier meer over de toegevoegde waarde van de mobiliteitshub

Aanpak voor het inrichten van ov-knooppunten

Wij helpen u een toekomstvisie te creëren voor uw ov-knooppunt en bieden u concreet handelingsperspectief hoe deze te realiseren.

Ontdek onze aanpak

Oplossing

ov-knooppunten

Naar een toekomstbestendige mobiliteitshub in 3 stappen

Om een rol te kunnen spelen in de mobiliteitstransitie moeten ov-knooppunten of mobiliteitshubs toekomstbestendig worden gemaakt. Dat is een flinke opgave waarin twee aspecten van groot belang zijn:

  1. Een integrale benadering.
  2. Een gezamenlijke inspanning.

De Rijksoverheid heeft handelingsperspectief voor ov-knooppunten van de toekomst samengesteld. Een stappenplan dat ook Goudappel bij zijn projecten gebruikt:

Stap 1: Breng de mobiliteitshub in kaart

Om in kaart te brengen hoe de ov-knoop of hub functioneert, is het van belang het aantal gebruikers te tellen en vervolgens een situatieanalyse uit te voeren. Hiervoor is het belangrijk om vanuit vier invalshoeken (twee schaalniveaus en twee disciplines) naar de knoop te kijken, en de gebruiker centraal te stellen.

Schaalniveaus

1. Netwerkniveau: op welke wijze is de knoop een schakel in een regionale en landelijke context
2. Locatieniveau: hoe functioneert de knoop op zijn locatie?

Disciplines

3. Mobiliteit: welke verplaatsingen faciliteert de knoop?
4. Ruimte: welke rol vervult de knoop in de ruimtelijke omgeving?

Hieruit volgen vier thema’s die in dit handelingsperspectief worden uitgewerkt:

  • Plaats: welke rol vervult de knoop in de stedelijke context?
  • Mobiliteitsnetwerk: wat is de bereikbaarheid van het mobiliteitsknooppunt?
  • Ov-knoop: geeft de knoop functioneel antwoord op de behoefte van de reiziger?
  • Beleving: hoe wordt de knoop beleefd door de gebruiker?

De analyse moet antwoord geven op de volgende vragen:

1. De omgeving

  • Welke plek neemt de mobiliteitshub in het netwerk in?
  • Welke functie heeft de mobiliteitshub?
  • Welke functies zijn er te vinden in de directe omgeving van de mobiliteitshub?
  • Wat zijn de bestemmingen of functies in de buurt van de hub? (scholen, horeca, recreatie etc.)
  • Heeft de locatie een logische ligging met betrekking tot belangrijke bestemmingen in de buurt?
  • Hoe groot is de reizigerspotentie van de hub, hoeveel inwoners/arbeidsplaatsen/leerlingplaatsen bereik je als je 15 minuten loopt of fietst vanaf de mobiliteitshub?
  • Hoe is de mobiliteitshub ingebed in zijn (stedelijke) omgeving: Is de hub goed zichtbaar en makkelijk bereikbaar?
  • Vormt de hub een herkenbaar geheel in de omgeving?
  • Sluit de openbare ruimte van de omgeving aan op die van de hub?
  • Geeft de omgeving voldoende invulling aan de identiteit van de hub? 

2. De mobiliteit

  • Hoe is de bereikbaarheid van de hub met de verschillende aanwezige vervoerstypen (denk aan trein, tram, metro, bus, auto en fiets)?
  • Zijn er genoeg vervoersvormen om in de vervoersvraag van de reiziger te voorzien?
  • Wie is de concessiehouder?
  • Hoeveel reizigers komen per fiets of auto?
  • Hoe intensief worden de parkeerplekken voor auto’s en fietsers gebruikt?

3. De mobiliteitshub als transfermachine

  • Functioneert de mobiliteitshub naar behoren?
  • Zit de hub efficiënt en gebruiksvriendelijk in elkaar?
  • Is de hub veilig en ruim genoeg?
  • Voldoet de ov-knoop aan de huidige en toekomstige duurzaamheidsdoelstellingen?
  • Zijn de looproutes logisch aangesloten op de ontvangstdomeinen van de hub?
  • Lopen de stationsdomeinen logisch in elkaar over?
  • Kunnen reizigers zich intuïtief oriënteren?
  • Liggen de fietsenstallingen op de gewenste locatie in relatie tot het fietsnetwerk en de voetgangersgebieden?
  • Zijn stallingen en parkeervoorzieningen logisch gepositioneerd en goed herkenbaar?
  • Is er voldoende rekening gehouden met onzekerheden in de prognoses in de toekomst?
  • Zijn alle modaliteiten en voorzieningen goed vindbaar?
  • Zijn de logistieke stromen op de hub meegenomen in het ontwerp?
  • Zijn er combinaties mogelijk qua stallingsbehoefte met omliggende verstedelijkingsopgaven?

4. De gebruiker: reiziger of bezoeker

  • Welke typen reizigers en bezoekers maken gebruik van de mobiliteitshub?
  • Waarom reizen ze en waarheen?
  • Hoe oud zijn ze?
  • Wat is het reismotief; zakelijk, recreatief of woon-werk?
  • Passen de faciliteiten en voorzieningen bij de verschillende typen reizigers?
  • Hoe beleven reizigers/bezoekers de mobiliteitshub? Is het er prettig verblijven? Voelen ze zich veilig?

Stap 2: Schets een toekomstvisie voor de mobiliteitshub

De mobiliteitshub heeft misschien nu nog voldoende capaciteit om alle reizigersstromen aan te kunnen, maar geldt dat ook voor de toekomst? Landelijke en regionale ontwikkelingen in netwerken (uitbreidingen), nieuwe woonwijken en binnensteden die auto’s weren, kunnen grote gevolgen hebben voor het aantal reizigers dat via de mobiliteitshub reist. Daarnaast gaan innovaties door: welke gevolgen heeft zelfrijdend vervoer voor de drukte op de hub?

In deze tweede stap draait het erom een toekomstvisie te schetsen per deelaspect: de locatie, mobiliteit, mobiliteitshub en gebruiker. Door die naast de huidige situatie te leggen, ontstaat er een kloof: wat moet er de komende jaren overbrugd worden om de integrale toekomstvisie voor de mobiliteitshub tot realiteit te maken?

Stap 3: Verdiepend onderzoek: kom tot de kern

Bij het realiseren van de toekomstplannen zijn veel verschillende partijen nodig. Deze partijen samen aan tafel krijgen is de eerste uitdaging, de neuzen dezelfde kant op krijgen een tweede. Gezamenlijk moeten de partijen tot de kern van de opgave komen. Dit gebeurt in de praktijk vaak via een stuurgroep die de regie binnen het proces heeft. Met een uitgekristalliseerde visie kan er besloten worden tot verdiepende studies.

Integrale benadering

In de praktijk is het een uitdagende klus om tot de kern van de opgave te komen, waarbij Goudappel als regisseur geregeld aanschuift. Goudappel heeft veel ervaring met het integraal benaderen van ov-knooppunten. De focus ligt op het formuleren van concrete acties, zodat iedereen daarna voldoende handvatten heeft om verder te kunnen met zijn deelopgave.

Voorbereid op de toekomst met de actie-agenda ov-knooppunten

Mobiliteitshubs worden met het oog op de mobiliteitstransitie steeds belangrijker. Om die reden inventariseert de Rijksoverheid - met hulp van Goudappel – met welke uitdagingen de ov-knooppunten te maken krijgen. De Strategische aanpak ov-knooppunten met Landelijke Actie-agenda is daarmee een essentieel document voor elke overheid die hiermee aan de slag wil gaan. De Actie-agenda bevat allerlei hulpmiddelen, zoals landelijke werkwijzen, databronnen en handreikingen.

Tools: inzicht in de huidige en toekomstige situatie van de mobiliteitshub

Het stappenplan laat het zien: er is veel te meten en veel te voorspellen. Gelukkig bestaan daar tal van tools voor.

Goudappel werkt bijvoorbeeld met een rekentool die de toename in het aantal gebruikers van een ov-knooppunt voorspelt. Het is een handig hulpmiddel in verdichtingsopgaven.  

Verder zijn er tools om de parkeerbehoefte van fietsers en auto’s te berekenen, of de bereikbaarheid van inwoners en arbeidsplaatsen per diverse vervoersvormen. De tool geeft ook inzicht in welke potentie er in de hub zit voor toekomstige behoeften (bv. andere parkeer- en vervoersvormen). Anders gezegd: je krijgt precies in kaart wat het bedieningsgebied van je mobiliteitshub is.

Voor langetermijnprognoses ontwikkelt Goudappel momenteel OmniTRANS Horizon. Dit is een nieuw type verkeersmodel dat inzicht geeft in mobiliteitsgedrag op doelgroepniveau. Een andere expertise van Goudappel is het uitvoeren van mobiliteitshubstudies voor grotere gebieden, zoals deze Visie op het Gronings OV 2040.

Op de hoogte blijven van mobiliteitshubs? Schrijf u in voor de nieuwsbrief
Hub

Mobiliteitshub: voer als overheid de regie

Juist omdat mobiliteitshubs deel uitmaken van de mobiliteitstransitie, heeft u als overheid de regisseursrol in het bepalen van de toekomstige invulling van die knooppunten. Overheden die deze rol naast zich neerleggen, gaan voorbij aan de integrale aanpak die nodig is. De vele stakeholders hebben allen hun eigen belangen, terwijl het hoofddoel duidelijk is: brede welvaart. Mobiliteitshubs moeten bijdragen aan schone, aantrekkelijke en betaalbare mobiliteit.

Praktijkvoorbeelden van (ov-)hubs

Eindhoven: één mobiliteitshub, twee identiteiten
Goudappel bepaalde samen met de gemeente Eindhoven de kern van de opgave voor haar grootste mobiliteitshub: Eindhoven Centraal. Goudappel kwam op basis van uitgebreide analyse tot een programma van eisen voor het hele gebied. Een stedenbouwkundig bureau ging daarmee aan de slag.

Gemeente Utrecht: de ontwikkeling van de Merwedekanaalzone
De nieuwe Utrechtse stadswijk Merwede telt over een paar jaar duizenden woningen. Per woning zijn er 0,3 parkeerplekken beschikbaar; een grote mobiliteitshub moet voorzien in de mobiliteitsvraag van de nieuwe bewoners. De mobiliteitstransitie in de wijk krijgt vorm via het STOMP-ordeningsprincipe: voetgangers, fietsers, het openbaar vervoer en deelmobiliteit krijgen prioriteit. Er is veel nadruk op leefbaarheid en bereikbaarheid. Goudappel is nauw betrokken bij de plannen voor de Merwedekanaalzone.

Rijswijk: beleving op station kan beter
In de stationstest van reizigersvereniging Rover uit 2018, werd station Rijswijk geassocieerd met termen als ‘claustrofobisch’, ‘koud’ en ‘stank’. In de Stationsbelevingsmonitor 2021 van NS en Prorail komt Rijswijk er niet veel beter vanaf. 350 treinstations werden beoordeeld op voorzieningen en sfeer, waarbij station Rijswijk zich in de onderste regionen bevindt. Typisch zo’n knooppunt dat moet worden aangepakt om het aantrekkelijker te maken. Daarbij ligt er meteen een kans om het station verder te laten groeien als openbaar vervoersnetwerk. Geen gemakkelijke opgave, want het eigenaarschap en beheer op deze knoop zijn complex. Goudappel faciliteerde de gesprekken om te komen tot een centrale opgave waar diverse partijen verder mee aan de slag kunnen.

Amsterdam Bijlmer
Amsterdam investeert veel in ov-knopen, onder meer vanuit haar Multimodaal Toekomstbeeld 2040. Station Bijlmer ArenA is dusdanig ingericht dat het extreme piekmomenten na afloop van evenementen (met name in de Johan Cruyff Arena, Ziggo Dome en AFAS Live) kan verwerken. In de nabije toekomst wordt er flink verdicht en zijn er ambities om bij de ov-knoop ‘verblijven’ meer centraal te stellen. Goudappel werkt aan een handelingsperspectief om met verschillende partijen ambities en opgaven te bundelen.

Heinenoord
De provincie Zuid-Holland startte, met behulp van Goudappel, een paar jaar geleden met ‘strategische knooppuntontwikkeling’ in Dordrecht, Sassenheim en Heinenoord. Voor het ov-knooppunt Heinenoord onderzoekt het welke ontwikkelrichtingen kansrijk zijn. Er liggen opgaven om de omgevingskwaliteit te verbeteren (het ov-knooppunt ligt nu geïsoleerd) en er zijn kansen om de ligging te heroverwegen ten gunste van snelle buslijnen. Hierbij is ook aandacht voor de knooppuntdomeinen en de rol van de knoop in het onderhoudstraject Heinenoordtunnel. Zo moet ov-knooppunt Heinenoord een aantrekkelijke, duurzame, multimodale overstaplocatie worden.

Benieuwd naar onze integrale aanpak van mobiliteitshubs?

Neem contact met ons op. Wij vertellen u graag meer.

Neem contact op met Rianne