Efficiënter doelgroepenvervoer met oog voor de praktijk

Doelgroepenvervoer

Voor een groeiende groep Nederlanders is het niet vanzelfsprekend om zelfstandig naar school, werk of een zorgafspraak te reizen. Zij zijn aangewezen op doelgroepenvervoer: een voorziening die hen helpt volwaardig mee te doen in de samenleving. Denk aan ouderen, mensen met een beperking of leerlingen in het speciaal onderwijs.

Tegelijkertijd staat dit systeem onder druk. Door decentralisaties, bezuinigingen en een groeiende diversiteit aan vervoersstromen is het organiseren van doelgroepenvervoer steeds complexer geworden. De druk op het doelgroepenvervoer neemt toe door verschillende ontwikkelingen. Zo neemt de vergrijzing toe, is efficiëntere inzet steeds noodzakelijker, en is openbaar vervoer in bijvoorbeeld landelijke gebieden steeds minder toegankelijk. Goudappel heeft daarom in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat onderzocht of er een efficiëntieslag mogelijk is binnen dit vervoerssysteem, en wat de impact daarvan is op de reizigers.

Analyse van ritdata als basis voor slimmere keuzes

Om die vragen te beantwoorden, analyseerden we duizenden ritten in Amsterdam en de provincies Groningen en Drenthe. Daarbij onderzochten we welke alternatieve vervoersvormen kansrijk zijn, en in hoeverre ritten efficiënter gecombineerd of anders ingericht kunnen worden. Belangrijk was niet alleen te kijken naar de logistieke en financiële mogelijkheden, maar ook naar de grenzen van wat haalbaar is voor de mensen die afhankelijk zijn van dit vervoer.

De resultaten van het onderzoek geven beleidsmakers concrete handvatten om beter onderbouwde keuzes te maken, gericht op een toekomstbestendige en uitvoerbare inrichting van het doelgroepenvervoer.

Vijf oplossingsrichtingen voor meer efficiëntie

Goudappel bracht vijf oplossingsrichtingen in kaart die kunnen bijdragen aan een efficiëntere organisatie van het doelgroepenvervoer:

  1. Overstappen op het openbaar vervoer waar dat kan
    Bij de analyse is gekeken voor welke doelgroepen het openbaar vervoer een realistisch alternatief vormt. Dat bleek sterk afhankelijk van de fysieke en psychische mogelijkheden van de reizigers, het aantal overstappen en de afstand tot OV-hubs. Voor circa 32% van de geanalyseerde ritten gold dat er geen goed alternatief beschikbaar was met het openbaar vervoer, óf dat de reiziger niet in staat was zelfstandig te reizen. Ritcombinaties met het OV zijn met name kansrijk wanneer het aantal keer overstappen beperkt blijft en de afstand tot een van de 55 hubs in Groningen en Drenthe klein is.
  2. Ritten combineren binnen hetzelfde vervoersdomein
    Het combineren van ritten is bij een deel van de ritten mogelijk, bijvoorbeeld bij reizigers met vergelijkbare reistijden en bestemmingen die gebruik kunnen maken van hetzelfde voertuig. In de praktijk is dit bij circa 4% van de ritten haalbaar. Als ritten wat ruimer kunnen worden ingepland, bijvoorbeeld tot twee kilometer omrijden of tot twee uur eerder of later rijden, dan blijkt dat 16% van de ritten te combineren is. Bij het combineren moet wel rekening worden gehouden met specifieke indicaties of zorgbehoeften.
  3. Combineren van ritten tussen verschillende typen doelgroepenvervoer
    Vanuit logistiek oogpunt is het interessant om te experimenten met het combineren van verschillende type doelgroepenvervoer. Bijvoorbeeld tussen het leerlingenvervoer en het vervoer naar dagopvang en dergelijke. Dit ligt echter beleidsmatig erg gevoelig door de complexiteit door verschillende financieringswijzen en verscheidenheid aan type reizigers. In zowel Amsterdam als Groningen en Drenthe zijn eerste stappen gezet in het combineren van doelgroepenvervoer, waarbij goede afstemming, voorlichting en begeleiding cruciaal zijn voor succes.
  4. Organisatorische belemmeringen wegnemen en dynamisch plannen
    Een betere afstemming tussen vervoerders, gemeenten en planningssystemen kan leiden tot efficiëntere inzet van voertuigen. Door gegevens slim te koppelen en flexibel te plannen, kan sneller worden ingespeeld op veranderende vraag. Dit vraagt om het doorbreken van bestaande schotten en het creëren van gezamenlijke randvoorwaarden.
  5. Toekomstverkenning: inzet van zelfrijdend vervoer
    Zelfrijdend vervoer wordt vaak genoemd als kansrijke innovatie. In de huidige praktijk is de inzet nog beperkt. De lage snelheid, het gebrek aan ruimte voor hulpmiddelen zoals rollators of scootmobielen, en het ontbreken van persoonlijke interactie vormen belemmeringen. Een aanzienlijk deel van de reizigers in het doelgroepenvervoer heeft namelijk behoefte aan een vaste chauffeur, iemand die hen kent, vertrouwen biedt en helpt bij het in- en uitstappen. Dit maakt menselijke begeleiding voor veel doelgroepen onmisbaar.

Publieke mobiliteit: van mobiliteitsvraagstuk naar haalbare oplossing

Publieke mobiliteit inzetten als strategisch instrument voor bereikbaarheid, inclusie en duurzaamheid. Een stapsgewijze aanpak naar concrete maatregelen.

Lees meer

Oplossing

Publieke mobiliteit test

Inzicht als basis voor onderbouwd beleid

Het onderzoek laat zien waar overheden in de praktijk écht stappen kunnen zetten richting efficiënter doelgroepenvervoer. De inzichten helpen om keuzes te maken die niet alleen kosten besparen, maar ook uitvoerbaar blijven voor vervoerders én passend voor de reiziger. Zo ontstaat een stevig fundament voor toekomstgericht beleid. Zeker met de huidige ontwikkelingen rondom publieke mobiliteit kan het efficiënt organiseren van doelgroepenvervoer, eventueel in combinatie met openbaar vervoer, bijdragen aan concrete aanknopingspunten voor uiteenlopende beleidsopgaven.

Opdrachtgever: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
Jaar: 2018