In gesprek over duurzame mobiliteit: “Wat we echt nodig hebben? Een ander mobiliteitssysteem”

stedelijke ontwikkeling mobiliteitstransitie.jpg

De klimaatdoelen vragen om gedragsverandering. Maar hoe? Welke rol moet de politiek spelen? En is de trias mobilica (verminderen, veranderen en verschonen) de oplossing? We vragen het onze collega's Marie-José Olde Kalter (adviseur beleids- en gedragsonderzoek) en Saskia Kluit (associate Brede Welvaart en mobiliteit).

Wie is wie

Marie-Jose Olde Kalter werkt sinds 1997 bij Goudappel als adviseur beleids-en gedragsonderzoek en is in 2021 gepromoveerd op gedragsveranderingen in de vervoerwijzekeuze aan de Universiteit Twente. Zij houdt zich vooral bezig met onderzoek en advies op het gebied van duurzaam mobiliteitsbeleid.

Saskia Kluit is associate Brede Welvaart en Mobiliteit bij Goudappel. Ook is zij voorzitter van reizigersverenging Rover. Eerder was ze directrice van de Fietsersbond.

Marie-José en Saskia

Links: Marie-José Olde Kalter | Rechts: Saskia Kluit

We hebben het er vaak over, maar niet altijd concreet: ‘dé klimaatopgave’. Hoe leggen jullie uit voor welke uitdagingen we staan?

Marie-José: “We hebben met z’n allen een duidelijke opgave: CO₂-neutraal in 2050 en de opwarming van de aarde beperken tot 1,5 °C. Daarvoor moet er een evenwicht zijn tussen de CO₂-uitstoot en opname. Het is dus essentieel om de CO₂-uitstoot te verminderen. Sinds 2019 zijn we hiermee bezig en we hebben gezien dat dit geen gemakkelijke weg is. Uit het laatste IPCC-rapport (2023) blijkt dat de klimaatverandering ongekend groot is en dat het overduidelijk is dat het klimaat is opgewarmd door de mens. Als mens hebben we dan ook een belangrijke rol in deze klimaatopgave.” 

Saskia: “Om wereldwijd tot effectief klimaatbeleid te komen, zouden wij dus sneller dan 2050 tot net zero moeten gaan. Er zijn berekeningen die aangeven dat dat betekent dat wij binnen enkele jaren, misschien zelfs nu al, op een uitstoot van netto nul moeten zitten.”  

Marie-José: “Naast het verminderen van de CO₂-uitstoot, uiten klimaatopgaven zich ook op andere vlakken. Denk aan de extreme neerslag en hitte in grote delen van Europa, overstromingen, droogte, lage grondwaterstanden etc. We moeten er daarom ook voor zorgen dat we onze samenleving klimaatbestendig inrichten, bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat ons watersysteem hevige neerslag beter kan opvangen, maar ook door meer groen in de steden.”

Welke rol speelt mobiliteit nu? En welke rol zou het móeten spelen?

Marie-José: “Het is al jaren zo dat mensen zich gemiddeld 60 tot 70 minuten per dag verplaatsen (Brever-wet). Mobiliteit hoort bij onze samenleving: om aan activiteiten te kunnen deelnemen (werken, onderwijs, boodschappen doen) en om goederen van A naar B te vervoeren.

Maar mobiliteit heeft ook negatieve effecten: congestie, ongevallen en CO₂-emissies. Transport was in 2019 verantwoordelijk voor ongeveer een kwart van de totale CO₂-uitstoot in de EU, waarvan ruim 2/3e door wegvervoer. En de transportsector is de enige sector waar de uitstoot van broeikasgassen in de periode 1990-2019 is gestegen. Als we in 2050 klimaatneutraal willen zijn, dan speelt mobiliteit dus een belangrijke rol.”  

Saskia: “Op dit moment is de mobiliteit niet eerlijk verdeeld: er zijn mensen die hun woonwijk niet uitkomen omdat ze daar het geld niet voor hebben. En er zijn mensen die een staat van hypermobiliteit hebben, waarmee ze een enorme aanslag op de milieuruimte van anderen leggen. We moeten dus naar zowel stevige vermindering van mobiliteit als naar een rechtvaardigere verdeling van die mobiliteit.” 

In ons whitepaper over duurzame mobiliteit wijzen we daarom ook op de trias mobilica (verminderen, veranderen en verschonen). Hoe kijken jullie daarnaar? 

Marie-José: “De trias mobilica is een heel mooi handvat om duidelijk te maken aan welke knoppen we kunnen draaien om onze mobiliteit duurzamer te maken. Zowel voor beleidsmakers, als voor mensen zelf.” 

Saskia: “Het is een mooi instrument om het gesprek aan te gaan over welke opties overheden en burgers hebben om mobiliteit duurzamer te maken. En omdat er meerdere opties in zitten geeft het mensen ruimte om keuzes te maken die bij ze passen.”

trias mobilica.png

De trias mobilica: verminderen, verschonen en veranderen

Er is discussie over het ‘verminderen’. Sommigen noemen dat liever ‘slimmer’ reizen.

Marie-José: “Of je spreekt over slimmer of verminderen is een beetje een politieke discussie geworden. Voor beiden valt iets te zeggen: zo wordt verminderen door sommigen vermeden omdat je mensen het recht op mobiliteit niet wil ontnemen, terwijl slimmer ook gevoelig kan liggen omdat het zou betekenen dat mensen ‘dom’ zijn en het beter kunnen doen.  

Waar het allemaal op neerkomt: we moeten ons gedrag veranderen en dat moet uiteindelijk leiden tot minder fossiele autokilometers. In die zin is het logischer om te spreken over ‘slimmer’ als een van de drie knoppen. De knoppen uit de trias mobilica (schoner, slimmer, anders) leiden dan allemaal tot minder fossiele autokilometers.”

Saskia: “Ik spreek juist heel nadrukkelijk over het verminderen van mobiliteit. Dit vertelt helder wat er inhoudelijk nodig is en verwacht wordt. Slimmer vind ik een verhullende term. Ik begrijp dat mensen dit willen gebruiken omdat ze verwachten dat het minder weerstand oproept dan verminderen. Maar juist de vaagheid zorgt ervoor dat we niet het tempo kunnen maken dat nodig is. 

Slimmer kan bovendien leiden tot een onbewust normatieve boodschap naar mensen die (ongewild) niet in staat zijn om hun mobiliteit te verminderen. Het gevaar is dat die mensen de boodschap horen dat ze dan ook nog eens niet zo slim bezig zijn. En dat is weer negatief voor hun motivatie.”

Welke term we ook hanteren: het is nodig om de uitstoot te verminderen. Wat is daarvoor nodig? En welke maatregelen zijn het meest haalbaar en doeltreffend?

Marie-José: “Haalbaar en doeltreffend gaan helaas niet altijd samen. Het meest doeltreffend zijn fiscale maatregelen. Wat we echt nodig hebben? Een ander mobiliteitssysteem. We hebben jarenlang ons mobiliteitssysteem zo ingericht dat de automobilist in al haar behoeften en wensen werd gefaciliteerd (de aanleg van wegen, extra rijstroken, parkeerplaatsen, royale reiskostenvergoeding etc.).

Als we minder fossiele autokilometers willen, moeten we ons gedrag veranderen. En daarvoor hebben we een mobiliteitssysteem nodig waarin de auto niet altijd meer op 1 staat. Deze omslag in denken is gelukkig nu al gaande, maar je ziet toch ook nog wel veel weerstand.

Gedragsverandering is alleen mogelijk door mensen ook daadwerkelijk ervaring (voor een langere periode) op te laten doen met het gewenste gedrag. Dan kan door zowel push- als pull maatregelen, of nog beter: een combinatie. Bij de ruimtelijke (her)inrichting van bijvoorbeeld (nieuwe) woongebieden moeten we daar aan de voorkant al rekening mee houden.” 

Saskia: “Het meest doeltreffend wat mij betreft is een combinatie van ruimtelijk beleid en fiscale herzieningen. We hebben in Nederland nog ongelooflijk veel fiscale regelingen die hypermobiliteit stimuleren. Van een reiskostenvergoeding voor hoge inkomens en het subsidiëren van te grote elektrische auto’s via leaseregelingen tot het vragen van irreëel lage vergoedingen voor parkeren. Deze regelingen moeten we wat mij betreft snel afbouwen.  

Tegelijkertijd moeten we het delen van mobiliteit via deelsystemen en openbaar vervoer juist stimuleren. Het openbaar vervoer in Nederland is relatief duur. We moeten dat in ieder geval voor lagere inkomens toegankelijker maken door het goedkoper te maken.

Daar waar de hoge inkomens onnodige reiskostenvergoeding krijgen die we moeten afschaffen, zouden de lage inkomens juist deze vergoeding moeten krijgen zodat ze met het openbaar vervoer kunnen reizen of een elektrische auto kunnen aanschaffen. Hetzelfde geldt voor fietsvoorzieningen, ook die moeten toegankelijk worden voor mensen met een laag inkomen. 

Door deze combinatie schep je betere voorwaarden voor gedrag én gebruik je een instrument waarvan we weten dat mensen er stevig op reageren.” 

Marie-José: “Inderdaad een belangrijk aandachtspunt: iedereen moet de transitie naar duurzame mobiliteit kunnen meemaken. We doen bij Goudappel regelmatig onderzoek naar in hoeverre bepaalde groepen toegang hebben tot mobiliteit en bijvoorbeeld vervoersarmoede.

Daaruit blijkt dat er groepen in de samenleving zijn die een risico lopen omdat ze niet overal toegang toe hebben, of niet in staat zijn om alle activiteiten uit te voeren die men zou willen. Daar moeten we aandacht voor houden door onszelf steeds af te vragen: hoe kunnen we deze groepen meenemen in het verduurzamen van onze mobiliteit?” 

Beleids- en gedragsonderzoek

Marie-José: "We moeten onszelf steeds afvragen: hoe kunnen we iedereen meenemen in het verduurzamen van onze mobiliteit?”

Er bestaat angst dat het klimaatbeleid stil komt te staan door het vallen van het kabinet. Welke rol moet de politiek nu spelen wat betreft de klimaatopgave?

Saskia: “We hebben geen tijd te verliezen dus ik hoop dat we met de technische oplossingen die weinig weerstand oproepen, blijven doorpakken. Denk aan wind op zee, energiebesparing en zonnepanelen. Op vlak van mobiliteit zou er stevig ingegrepen moeten worden bij de prijsstijgingen en uitholling van het openbaar vervoer. Daar is echt een dramatisch negatieve ontwikkeling gaande die klimaatvriendelijke opties jaren terugwerpen, terwijl we juist een versnelling en verbreding nodig hebben. Lopen en fietsen moet ook verder groeien.

Dat vraagt wel keuzes van de politiek. De staat grijpt met klimaatbeleid stevig in op het individuele gedrag van mensen. In mijn optiek is dat alleen gerechtvaardigd als er een duidelijk maatschappelijk belang is dat het privébelang - en dus ook de vrijheid van burgers - overstijgt. Dat speelveld mag je nooit door commerciële of technocratische partijen laten bepalen.”  

Marie-José: “Klimaatbeleid is van ons allemaal. De politiek is nodig om keuzes te maken en besluiten te nemen, maar de samenleving is daarbij ook nodig. De mensen zelf zullen ten slotte hun gedrag moeten veranderen. Daarom is het belangrijk dat er voldoende draagvlak is binnen de samenleving voor het beleid dat gevoerd wordt. En dat iedereen hierin meegenomen wordt. De val van het kabinet mag geen invloed hebben op het beleid ten aanzien van onze klimaatopgaven. Daarvoor is dit onderwerp te belangrijk.” 

Als gemeente werken aan de klimaatdoelen?

In ons whitepaper 'Als gemeente klimaatneutraal in 2050 - Minder reizen geeft meer mogelijkheden' geven we praktische handvatten en ontdekt u hoe u in 9 stappen aan de slag gaat met duurzame mobiliteit. Download het whitepaper hieronder.