Meerdere wegen naar Rome: hoe zicht op toekomstpaden helpt bij plannen van verandering

Blog Hannah.png

Als mobiliteitsstrateeg werk je aan een enorme opgave: de transitie naar een duurzamer en inclusiever mobiliteitssysteem. Plannen is anticiperen op verandering. Soms overkomt die verandering ons, maar steeds vaker wíllen we die verandering zelf. Mobiliteitstransitie, duurzame mobiliteit, klimaatdoelstellingen, verstedelijkingsopgave en vergrijzing: allemaal thema's die vragen om verandering. In dit geval betekent dat anders plannen zodat onze toekomst geen extrapolatie wordt van hoe we hier gekomen zijn. Met andere woorden: als we iets anders willen dan we hebben, moeten we ook iets anders doen dan we tot nu toe hebben gedaan.

Het gat tussen scenario's en een gewenste toekomst 

Mobiliteitsplannen in Nederland baseren zich meestal op WLO-scenario’s. Deze scenario’s bestaan uit een set van aannames over hoe Nederland zich zou kunnen ontwikkelen op basis van beleidsarme externe trends en ontwikkelingen. De toekomsten die deze WLO-scenario’s ons laten zien, zijn gezien de opgaven die we hebben, niet altijd de toekomsten die we willen. 

Kijken we bijvoorbeeld naar een scenario dat uitgaat van veel economische groei, dan neemt ook het aantal autokilometers toe met ruim 30%. Gezien de beperkte ruimte die we hebben, is het maar de vraag of dat kan en of we dat willen. Maar hoe ziet de toekomst eruit die we wél willen en welk mobiliteitssysteem past daarbij? Om het gat te vullen tussen wat WLO-scenario's ons laten zien en de toekomst die willen, hebben we beleid nodig.

Daar zit echter een probleem. Het verleden leert ons dat we snel en makkelijk de noodzaak voor meer asfalt zien in modeluitkomsten op basis van WLO-scenario's. In plaats van een gat te zien tussen een toekomst die we willen en de uitkomsten van het model, laten we ons vaak door het model vertellen welk probleem opgelost moet worden. Dat terwijl we niet een probleem als congestie willen oplossen, maar het achterliggende probleem willen voorkomen. Namelijk: die toename van het aantal autokilometers.

De oplossing wordt soms gezocht in het plannen op basis van beleidsrijke scenario’s. Dat is echter ook problematisch. Je ziet dan effecten van beleid waarvan we nog maar moeten zien of het ook echt ingevoerd gaat worden. Denk aan Betalen naar Gebruik: we hebben in Nederland nou niet het beste trackrecord als het gaat om het invoeren van prijsbeleid.

Het belang van transitiepaden

We willen dus weten welke keuzes we NU moeten maken om bij een gewenste toekomst uit te komen. Hoe komen we daarachter? Bij het plannen van een transitie moet je ten eerste weten naar welk punt op de horizon je onderweg bent én hoe het pad ernaartoe eruitziet. Er zijn immers meerdere wegen naar Rome, en onderweg kan er veel gebeuren. Eigenlijk willen we inzicht in welke toekomsten er mogelijk zijn en welke factoren daarop van invloed zijn. Vanuit dat wensbeeld (visie) zouden vervolgens verschillende transitiepaden naar voren moeten komen, die weer leiden tot handelingsperspectief waarmee we nu meteen aan de slag kunnen.

Hoe langer we wachten, hoe sneller en groter de veranderingen moeten gaan. Keuzes maken en richting kiezen geeft onzekerheid. Weerstand tegen veranderen vraagt om durf. Het anders doen dan we tot nu toe gedaan hebben, is uiteraard spannend. Kunnen we processen en methodes anders inrichten om die spanning en onzekerheid te verminderen?

plein groen

Systeemdenken als oplossing

En dat is waar systeemdenken om de hoek komt kijken. Systeemdenken helpt ons om paden naar meerdere mogelijke toekomsten te begrijpen, doordat het de effecten van verschillende factoren (en de samenhang daartussen) inzichtelijk maakt. Zo kunnen we de doorwerking van beleid in verschillende toekomsten laten zien. Dit verkleint het risico op verkeerde keuzes, en dat zorgt weer voor minder onzekerheid bij het plannen voor de toekomst.

Dit concept praktisch toepasbaar maken, kan met een systeemdynamisch model. Zo’n model beschrijft vanuit causale relaties hoe het mobiliteitssysteem zich over de tijd ontwikkelt. Door daar vervolgens variaties op toe te laten, ontstaan alternatieve paden naar verschillende toekomsten. Een systeemdynamisch model is in die zin een kwantitatieve uitbereiding op scenario planning. In het model en de scenario's die ontstaan kunnen zowel exploratieve elementen, zoals de opkomst van zelfrijdende voertuigen zitten, maar ook goed onderzochte en empirisch onderbouwde relaties.

In de basis kunnen we hiermee dus WLO-scenario's naspelen én er vervolgens mee variëren. Zo plaatsen we mobiliteit in een bredere context en maken we inzichtelijk hoe verschillende elementen elkaar over tijd beïnvloeden. 

Het groeiende belang van handelen vanuit visie

En dat is hard nodig. Om te kunnen slagen met alle opgaven waar we voor staan, moeten we rekening houden met onzekerheid en handelen vanuit visie op een gewenste toekomst. We kunnen niet langer gokken dat één beeld van de toekomst ons gaat brengen waar we willen komen. Bovendien moeten we meer expliciet de transitie meenemen in onze visie en handelen, zodat we bij kunnen sturen en kunnen monitoren.

Enkel plannen op basis van een paar scenario's is dus niet meer voldoende. Zoals ik aan het begin van deze blog al stelde: als we iets anders willen dan we hebben, moeten we iets anders doen dan we tot nu toe hebben gedaan. En systeemdenken gaat ons daarbij helpen.

Krijg grip op toekomstvisie met systeemdenken

Krijg inzicht in een gewenste toekomst en transitiepaden met onze aanpak op basis van systeemdenken.

Lees meer over systeemdenken

Oplossing

plein groen