Mobiliteitsplan: een leidraad voor doorlopend mobiliteitsbeleid
Een mobiliteitsplan voorkomt dat uw mobiliteitsbeleid even vaak wisselt als de samenstelling van het gemeentebestuur. Het legt het mobiliteitsbeleid voor lange tijd vast en geeft houvast bij het nemen en uitvoeren van mobiliteitsbeslissingen. Een mobiliteitsplan stelt u op aan de hand van 4 stappen: visiebepaling, inventarisatieronde, wensbeeld schetsen en uitvoeringsplan.
Mobiliteitsplan in het kort:
- Een mobiliteitsplan is de leidraad voor het huidige en toekomstig mobiliteitsbeleid.
- Een mobiliteitsplan blikt vele jaren vooruit en is ongevoelig voor bestuurlijke wisselingen.
- Een mobiliteitsplan is een uitstekend middel om mobiliteitsbeleid te toetsen en sturen: gaat u nog de goede kant op?
- Een mobiliteitsplan is één document dat iedereen snapt: vanuit één duidelijke centrale visie volgt eenvoudiger eenduidig beleid.
- Een mobiliteitsplan geeft aan welke acties wanneer nodig zijn en wie ervoor verantwoordelijk is.
De voordelen van het mobiliteitsplan:
- Het voorkomt ‘los zand’: opeenvolgende projecten vanuit steeds een andere invalshoek.
- Het bewaakt de rode lijn: consistent mobiliteitsbeleid over de jaren heen.
- Het is een houvast voor het mobiliteitsbeleid op de lange termijn (tot bijvoorbeeld 2040), maar biedt ook een kader voor lopende projecten.
- Het is het ultieme middel om mobiliteitsbeleid te toetsen en sturen: gaan we nog de goede kant op?
- Het is één document dat iedereen begrijpt: vanuit één heldere gemeenschappelijk visie is het eenvoudiger beleid maken.
- Het is concreet: het geeft aan welke acties wanneer nodig zijn, wie actiehouders zijn en welke partners betrokken zijn.
Starten met een mobiliteitsplan: zo pakt u het aan
Een mobiliteitsplan opstellen gebeurt meestal aan de hand van de volgende 4 stappen:
Stap 1.
Bepaal uw visie en ambities in brede zin
De belangrijkste vraag die u als gemeente moet stellen is: wat voor dorp of stad wil ik zijn? Kijk vooral breder dan alleen naar het mobiliteitsbeleid. U wilt wellicht een leefbare gemeente zijn, of juist duurzaam, economisch sterk, gastvrij (toerisme) of bereikbaar. Vervolgens bepaalt u hoe mobiliteit kan bijdragen aan dat grotere en bredere doel.
Integrale benadering
Bij het opstellen van een mobiliteitsplan is het verstandig om als gemeente een projectgroep te formeren. Daarin nemen vertegenwoordigers vanuit verschillende beleidsdomeinen en disciplines plaats. Van economie tot wonen en van duurzaamheid tot communicatie. De integrale benadering zorgt ervoor dat de juiste dwarsverbanden worden gelegd en dat de neuzen dezelfde richting op staan.
Stap 2.
Inventarisatieronde: neem uw tijd
De volgende stap is de inventarisatieronde. Dat klinkt wellicht saai en kost veel tijd, maar is écht essentieel. Want als u de inventarisatie goed doet, komen de vervolgstappen bijna als vanzelf. Een inventarisatieronde leidt namelijk tot een situatieschets van uw gemeente. Belangrijk bij de inventarisatie is:
- Betrek de bewoners bij de inventarisatie: zo krijgt u écht goed in kaart wat er speelt in uw gemeente op het gebied van mobiliteit. Goudappel kan u hierbij helpen, bijvoorbeeld door middel van een enquête onder specifieke doelgroepen. Bovendien geldt: bewoners die u direct bij een proces betrekt, voelen zich vaker gehoord en zijn minder kritisch. Kortom, het vergroot het draagvlak voor het plan.
Tip: geef aan het eind van een enquête aan dat de bewoners op de hoogte gehouden kunnen worden van de voortgang van het project. Zo start u een dialoog waarbij u de stakeholders gedurende het hele proces informeert, hoort en spreekt. Het vergroot het draagvlak van het project en houdt de uitvoerende instanties scherp.
- Heb oog voor cijfers en feiten: uit een eerste inventarisatie kan blijken dat bewoners een bepaalde weg heel gevaarlijk of druk vinden. Dat zijn uitkomsten om serieus te nemen, maar staaf ze wel aan de praktijk. Concrete cijfers en feiten kunnen aantonen dat de situatie nét wat anders ligt dan hoe bewoners het ervaren. Goudappel hanteert verschillende tools om die huidige situatie in kaart te brengen:
- Mobiliteitsspectrum: dit analysemiddel van Goudappel, inmiddels OmniTRANS Spectrum genaamd, is uitermate geschikte om zaken – zoals verkeersstromen – snel en duidelijk inzichtelijk te maken. Het mobiliteitsspectrum baseert zich op informatie uit het verkeersmodel en vertelt hoe de diverse verkeersstromen in uw gemeente lopen, waarbij het oog heeft voor de relatie met andere (omliggende) gemeenten.
- Ongevallendata: het aantal ongevallen in uw gemeente of omliggende gemeenten wordt nauwkeurig bijgehouden. Deze data kunnen aantonen dat een als gevaarlijk bekendstaande weg helemaal niet zo gevaarlijk is als gedacht. Goudappel verzorgt overigens ook verkeersveiligheidsaudits.
- Neem de trends in mobiliteit mee: een mobiliteitsplan blikt (tientallen) jaren vooruit. Het bestuderen van mobiliteitstrends helpt u een beeld te vormen hoe mobiliteit er over tien of twintig jaar uit ziet. Goudappel werkt samen met universiteiten in haar toekomstvisies en trendbepalingen.
Stap 3.
Schets een wensbeeld: de vertaling van uw ambities naar toekomstige netwerken
Werk als gemeente uw ambities uit voor gemotoriseerd en fietsverkeer en het ov.
Hoe moet uw gemeente er in pakweg 2040 uitzien? Bij het bepalen van dat wensbeeld is het belangrijk los te komen van uw huidige beleid en mogelijk vastgeroeste denkpatronen, zodat u met een frisse blik de toekomst in kunt kijken.
Onderdeel bij het schetsen van het wensbeeld is het maken van een overzicht welke aspecten in uw gemeente mobiliteit kunnen aantrekken. Stel uzelf zeker de volgende vragen:
- Waar zit de (economische) potentie?
- Waar zit de werkgelegenheid?
- Waar zitten de scholen?
- Waar zijn de grote steden in de buurt?
Niet alles draait om infrastructurele keuzes, ook onderdeel van het wensbeeld is: wat zijn uw gemeentelijke ambities rondom gedrag en verduurzaming?
Stap 4.
Stel een uitvoeringsplan op: concrete stappen richting uw mobiliteitsvisie
In de praktijk duurt het opstellen van een mobiliteitsplan tussen de 9 maanden en één jaar. De kloof tussen de situatieschets (stap 2) en het wensbeeld (stap 3) leidt tot een uitvoeringsplan. Ofwel: wat is nodig om van het wensbeeld realiteit te maken? Bij het plan hoort ook een uitvoeringsagenda. Wat gaat u wanneer doen? Onder meer het uitvoeren van een jaarlijkse evaluatie (zijn we goed op weg?) is een veelvoorkomend onderdeel van een uitvoeringsagenda, alsmede het doen van onderzoek.
Benieuwd naar andere mobiliteitsplannen? Schrijf u in voor de nieuwsbriefConcrete voorbeelden van gemeenten en regio’s met een mobiliteitsplan
#1 Gemeente Altena
De Noord-Brabantse gemeente Altena ontstond op 1 januari 2019 na een fusie van 21 buurgemeenten. De nieuwe fusiegemeente had nog geen overlappend mobiliteitsplan. Een belangrijke vraag was hoe het openbaar vervoer moest worden georganiseerd, zonder dat het onrendabel werd in de kleinste dorpen. Goudappel hielp bij de totstandkoming van het mobiliteitsplan.
#2 Tilburg
Tilburg is een snel groeiende gemeente. Om de stad bereikbaar, leefbaar en aantrekkelijk te houden, startte de stad met een netwerkvisie voor het Tilburg van 2040. Een belangrijk aandachtspunt was daarin de Cityring, een brede asfaltstrook die als (te) strakke riem rond de binnenstad zit die er steeds maar verder overheen groeit. Hier moest het autoverkeer drastisch afnemen. Goudappel kwam tot een advies waarin meer ruimte voor fietsers, voetgangers en groen is.
#3 Vervoerregio Antwerpen
De Vervoerregio Antwerpen bestaat uit 32 gemeentebesturen die samen één regionaal mobiliteitsplan wensten. Het voornaamste doel: het realiseren van een modal shift (50/50 modal split) voor de regio. Verder speelt mee: de regio veiliger en vlotter bereikbaar houden door voor duurzame mobiliteit te kiezen. Geen gemakkelijke opgave, want de regio is zo’n 1.000 km² groot, heeft ruim 1 miljoen inwoners en het mobiliteitssysteem botst tegen zijn limieten. Het mobiliteitsplan (Routeplan 2030) dat er kwam (op basis van een advies opgesteld door een consortium waar ook Goudappel toe behoorde) gaat uit van 10 gezamenlijke ambities.
Het mobiliteitsplan in de praktijk: de meest voorkomende vraagstukken
Natuurlijk is elke gemeente of regio anders. In de praktijk is er echter wel een overzicht te maken van de vraagstukken die het meest spelen en waarin een mobiliteitsplan richting kan geven:
- Het beter benutten van fietsinfrastructuur
De fietspaden in uw gemeente zijn vaak al aanwezig. Maar worden ze ook voldoende gebruikt? Door middel van een 'invite to cycle' krijgen uw bewoners ook echt zin om te gaan fietsen. Een verhoogde kwaliteit van de fietspaden helpt vaak al enorm. De gemeente Enschede schreef een mobiliteitsplan om het fietsklimaat in de stad te versterken. - Toegankelijkheid en inclusiviteit van openbaar vervoer
Is het openbaar vervoer toegankelijk en aantrekkelijk genoeg voor ouderen of mensen met een beperking? En hoe inclusief zijn bus, trein en metro? Een te duur vervoerskaartje houdt groepen met lage inkomens soms weg. - Bepalen waar een bepaalde ontsluiting moet komen
Dat er een aanleg van een nieuwe weg moet komen, dat lijkt wel zeker. Maar waar legt u die nieuwe ontsluiting? Onderzoek is de eerste stap. - Parkeerbeleid in de binnenstad
Parkeren in de binnenstad heeft invloed op de bereikbaarheid en leefbaarheid van het centrum van uw gemeente. Een mobiliteitsplan geeft richting.
Advies bij de opzet van een mobiliteitsplan
Het goede nieuws: een mobiliteitsplan maken is vaak niet zo ingewikkeld als gedacht. De meeste puzzelstukjes zijn vaak al grotendeels aanwezig in uw gemeente. Maar de puzzel moet nog wel worden gelegd. Daar is Goudappel specialist in. Daarbij vergeet Goudappel nooit dat het mobiliteitsplan úw plan is, waarbij uw ambtenaren zich eigenaar van de mobiliteitsvisie moeten voelen. Een plan dat bovendien iedereen in uw organisatie snapt. Verder essentieel: draagvlak creëren onder bewoners.