Automatisch vervoer (AV) samen met HOV: Haalbaarheidsstudie de Binckhorst en CID

Zelfrijdend vervoer

De Metropoolregio Rotterdam-Den Haag (MRDH) krijgt er tot 2040 duizenden nieuwe woningen en banen erbij. De Binckhorst en het Central Innovation District (CID) zijn geschikte locaties voor nieuwe woningen. Dat betekent dat er straks veel meer mensen zijn die van A naar B moeten kunnen. Om de leefbaarheid en bereikbaarheid van deze hoog-stedelijke gebieden in de toekomst te behouden, zijn er vergevorderde plannen voor Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV). Dit betreft een snelle tramverbinding tussen Den Haag Centraal, Voorburg en Rijswijk. Daarnaast is het toepassen van automatisch vervoer (AV) één van de andere onderdelen van het voorkeursplan. Goudappel onderzocht de haalbaarheid van AV en de bijdrage aan beleidsdoelstellingen.

Automatisch vervoer: meer dan een stukje techniek

AV is vervoer dat zonder bestuurder kan rijden. Dit wordt al enkele decennia gezien als een van de grootste gamechangers van de 21e eeuw. De focus in ontwikkeling van automatisch vervoer lag de afgelopen jaren veelal op techniek, maar er komt meer bij kijken. Automatisch vervoer staat niet op zichzelf: het is een middel om brede sociaal-maatschappelijke doelstellingen te behalen. De mate waarin dat lukt, bepaalt uiteindelijk de meerwaarde van AV.

Haalbaar of grote dromen?

In samenwerking met gemeente Den Haag en de MRDH heeft Goudappel onderzocht of automatisch vervoer een belangrijke aanvulling kan zijn op de mobiliteitsbehoefte in de Binckhorst en het CID. Het doel? Een innovatieve bijdrage leveren aan de brede maatschappelijke doelstellingen. Om te bepalen of automatisch vervoer van meerwaarde is voor deze gebieden, is er een gezamenlijk ambitieniveau gedefinieerd. Dit ambitieniveau bepaalt waaraan een AV-systeem moet voldoen om bij te dragen aan het mobiliteitsplan van de Binckhorst. Denk aan veilig kunnen rijden in gemengd verkeer, het behalen van een minimumsnelheid van 30 km/u en toegankelijk zijn voor zoveel mogelijk doelgroepen.

Uitkomsten onderzoek

Middels het berekenen van de vervoervraag, de businesscase, marktverkenning, literatuuronderzoek, gesprekken met experts en een inhoudelijke werkgroep heeft Goudappel inzichtelijk gemaakt hoe automatisch vervoer er vandaag de dag voor staat en of het in staat is om een positieve bijdrage aan de opgaven in de Binckhorst te leveren.

Uit de studie blijkt dat AV als aanvulling op Hoogwaardig Openbaar Vervoer op korte en middellange termijn niet haalbaar is. Dat heeft mede te maken met de complexiteit van een omgeving als de Binckhorst. Daarnaast is de bijdrage van AV aan de geformuleerde beleidsdoelstellingen beperkt: de techniek is nog te onvolwassen om met complexe verkeerssituaties om te gaan. De snelheid en veiligheid kan hierdoor niet gewaarborgd worden.

Bovendien blijkt het schaalniveau van de Binckhorst te klein voor een sluitende businesscase. Dat komt mede door de keuze voor een HOV-concept. Op juridisch en organisatorisch vlak liggen nog flinke hobbels op de weg. Op langere termijn zou het realistisch kunnen zijn om delen vrije ov-banen te ‘automatiseren’.

Geleerde lessen

  • Technische haalbaarheid van AV: nauw verbonden met de complexiteit van de omgeving. Hoe complexer de omgeving, hoe meer dit vraagt van de techniek. Dat sluit toepassing van AV in veel gebieden vooralsnog uit: zo ook in de Binckhorst.
     
  • Landelijke wetgeving: strenge juridische kaders en richtlijnen voor de toepassing van AV in Nederland maken het voor marktpartijen niet aantrekkelijk om hierin te innoveren. Hoewel lokale kaders en pilots veel ruimte bieden, loopt de toepassing van innovaties vaak vast op landelijke wetgeving.
     
  • Korte en middellange termijn: Automatisch Vervoer is als aanvulling op het HOV in de Binckhorst op korte en middellange termijn niet haalbaar. Dat komt door de complexiteit van omgeving, landelijke wetgeving en onvolwassenheid in techniek.
     
  • Lange termijn: het zou realistisch kunnen zijn om stukken van vrije ov-banen uiteindelijk te ‘automatiseren’.

 

Opdrachtgever: Gemeente Den Haag in samenwerking met de MRDH
Jaar: 2021-2022