Doelgroepen voor pilots inclusieve deelmobiliteit beter in beeld

Op verzoek van de Tweede Kamer start het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat pilots om deelmobiliteit beter toegankelijk te maken voor kwetsbare groepen. Goudappel en Rebel hebben samen een onderzoek uitgevoerd om tot minimaal drie kansrijke pilots te komen. Goudappel heeft onder meer een kwantitatieve analyse gedaan naar de sociaal-demografische kenmerken, de toegang tot mobiliteit, het reisgedrag en de ervaren bereikbaarheid van drie specifieke doelgroepen.
Onderzoek op basis van verschillende databronnen
Het onderzoek had betrekking op de volgende doelgroepen:
- Mensen met een laag inkomen (tot maximaal 120% van het sociaal minimum).
- Mensen met verminderde digitale- en taalvaardigheden
- Mensen met een fysieke- of audiovisuele beperking
Voor het onderzoek hebben we diverse datasets gebruikt, zoals het Onderzoek Sociaal Domein Index van het SCP en het Onderzoek Onderweg in Nederland van het CBS. Daarnaast hebben we onze eigen Population Synthesizer ingezet. Dit is een tool die wij ontwikkeld hebben om voor gedetailleerde zones in Nederland in te schatten wat de karakteristieken van de bevolking zijn, door het slim combineren van beschikbare statistieken. In deze tool, die oorspronkelijk voor verkeersmodellen is ontwikkeld, zijn ook kenmerken zoals inkomen, arbeidsparticipatie en toegang tot vervoersmiddelen opgenomen. Zo kunnen we bijvoorbeeld nagaan waar mensen wonen die een laag inkomen én geen auto in het huishouden hebben.
Aanpakken van mobiliteitsongelijkheid
Met inzicht in, en oplossingen voor mobiliteitsongelijkheid zorgen voor een betere verdeling van mobiliteit in een bepaald gebied.
Ontdek onze aanpak
Enkele relevante bevindingen
De meeste aandacht ging uit naar de groep ‘mensen met een laag inkomen’. Onderstaande bevindingen hebben dan ook betrekkingen op deze specifieke doelgroep.
- Mensen met een laag inkomen hebben minder vaak een eigen auto. 31% van de mensen met een laag inkomen én een rijbewijs beschikt niet over een auto in het huishouden. Ter vergelijking: onder de totale Nederlandse bevolking heeft 7% van de mensen met een rijbewijs geen auto beschikbaar in het huishouden.
- De mensen met een laag inkomen zonder auto wonen vooral in de grote steden en aan de randen van Nederland (zo zogenoemde ‘krimpgebieden’).
- Mensen met een laag inkomen maken minder vaak gebruik van ‘officiële’ deelauto’s dan de gemiddelde Nederlander. Zij maken echter wel ongeveer twee keer zo vaak gebruik van een auto die zij met/van anderen delen/lenen (informeel delen).
- Mensen met een laag inkomen ervaren meer belemmeringen in de bereikbaarheid dan gemiddeld. Zo’n 15-20% van deze groep ervaart beperkingen bij het bereiken van medische voorzieningen en familie of vrienden.
- In stedelijke gebieden ervaren mensen met een laag inkomen méér belemmeringen in de bereikbaarheid dan mensen met een laag inkomen die in niet-stedelijk gebied wonen.

Aandeel mensen met een laag inkomen én geen auto in het huishouden. Bron: Population Synthesizer, Goudappel.
Inzichten gebruikt bij invulling pilots
De resultaten dienden als relevante informatie voor mogelijke pilots. Zo is één van de voorgestelde pilots bedoeld om informeel autodelen sterker te faciliteren en te stimuleren. Ook was een belangrijke conclusie dat de pilots in zowel stedelijk als landelijk gebied gewenst zijn, omdat de doelgroep in beide typen gebieden beperkingen in toegang tot mobiliteit ervaart.
Naast een kwantitatieve analyse voerden we ook interviews uit met mensen uit de doelgroep om de inzichten te verdiepen. Deze interviews hebben we uitgevoerd in Den Haag (stedelijk gebied) en in de gemeente Altena (landelijk gebied).
De resultaten van de onderzoeken van Rebel en Goudappel zijn in januari 2025 aan de Tweede Kamer gestuurd.
Opdrachtgever: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Jaar: 2024