Koopstromenonderzoek Oost-Nederland: stabiel, horeca en toerisme zorgen voor dynamiek
Koopstromenonderzoek geeft informatie over consumentengedrag in de detailhandel. In 2023 voerden we samen met Ipsos I&O en BRO het Koopstromenonderzoek Oost-Nederland uit. Belangrijkste resultaten: de koopstromen in Oost-Nederland ogen anno 2023 in grote lijnen stabiel. Consumenten hadden meer te besteden dan een paar jaar geleden, maar inflatie en een hogere online oriëntatie leidden tot stabilisatie van verkoopvolumes. Horeca en toerisme zorgen post-corona voor de meeste dynamiek, zeker in gebieden met weinig bevolkingsgroei. Wijkcentra en woonboulevards deden het opvallend goed en mede als gevolg van een stimulerende overheid nam de leegstand in de detailhandel fors af.
Koopstromenonderzoek Oost-Nederland
Koopstromenonderzoek biedt al tientallen jaren informatie over consumentengedrag in de detailhandel. Waar koopt men wat, en waarom daar? Het Koopstromenonderzoek (KSO) 2023 voerden we uit in samenwerking met Ipsos I&O en BRO, in opdracht van 82 gemeenten in Oost-Nederland en met steun van de provincies Drenthe, Flevoland, Gelderland en Overijssel.
Het KSO 2023 bestond uit een online enquête onder een netto steekproef van iets meer dan 70.000 huishoudens in de provincie en de eerste ring van randgemeenten daaromheen. Het veldwerk liep van begin september tot eind oktober 2023. Op de uitkomsten van het onderzoek is een weging op geslacht en leeftijd toegepast. De resultaten zijn daarmee representatief voor de bevolking van Oost-Nederland.
Lees meer over het belang van koopstromenonderzoekVernieuwing: horeca en toerisme
Dit onderzoek is de negende editie voor Oost-Nederland. Elk nieuw koopstromenonderzoek brengt verbetering en vernieuwing met zich mee. Nieuw is dat het onderzoek voor de eerste keer ook de bestedingsstromen in de horeca weergeeft. Dit vergroot de toepassingsmogelijkheden van het onderzoek aanzienlijk. Daarnaast maakt het onderzoek gedetailleerder dan voorheen onderscheid naar bestedingen in winkels en horeca door verblijfstoeristen en dagtoeristen uit binnen- buitenland.
Resultaten: detailhandel en horeca in beweging
Sinds 2019 (het vorige onderzoek) is het nodige gebeurd in de winkelgebieden. De coronacrisis had een forse impact op de detailhandel en de horeca. Sommige ondernemers profiteerden, zoals supermarkten en vers-speciaalzaken. Anderen kregen te maken met een fors oplopende schuldenlast, zoals winkels in kleding en de horecasector. De laatste twee jaar is in de meeste winkelbranches sprake van een daling van de volumeverkoop als gevolg van de hoge inflatie en het lage consumentenvertrouwen. De daling van de volumeverkopen is sterker in de sectoren die profiteerden tijdens corona, zoals bouwmarkten, woonwinkels én webwinkels.
In de horeca is het beeld vooralsnog positiever. Ondanks de forse coronadip, opgebouwde schuldenlast en de stijgende kosten, nemen de volumeverkopen hier wel nog sterk toe. Dit past in het beeld van veranderend consumentengedrag.
Andere belangrijke resultaten:
- Leegstand daalde
In Oost-Nederland is de leegstand de afgelopen jaren nóg sneller gedaald dan in Nederland gemiddeld, zowel op het totaal van de omvang van de leegstandsmeters (40% afname) als het aantal leegstaande panden (27% afname). Inmiddels is de leegstand in Oost-Nederland vergelijkbaar met het landelijk gemiddelde (het leegstandscijfer lag in Oost-Nederland traditioneel hoger). Het concentratiebeleid in combinatie met gerichte acties en stimuleringsmaatregelen heeft duidelijk effect gehad. Er is bijvoorbeeld geïnvesteerd in transformatie van winkelpanden naar wonen.
- Online kooporiëntatie steeg maar lijkt wat te stabiliseren
Uit de online kooporiëntatiecijfers in Oost-Nederland blijkt dat in vrijwel alle artikelgroepen in de detailhandel anno 2023 sprake is van een forse groei ten opzichte van 2019. Uitzondering zijn de artikelgroepen doe-het-zelf, tuinartikelen en media en hobby. Hier is sprake van stabilisatie. Niet gemeten tijdens dit onderzoek, maar wel waarschijnlijk, is dat de huidige online afvloeiing iets lager ligt dan in de coronajaren 2020 of 2021.
- Boodschappen doen blijft ongekend populair
Aankooplocaties die zich focussen op frequent benodigde aankopen, zoals de dagelijkse boodschappen, blijven in marktaandeel winnen. In Oost-Nederland doen de buurt- en wijkcentra het over het algemeen bijzonder goed. In sommige situaties zijn ze zelfs reële alternatieven voor de binnensteden, met een ruim en divers winkel- én horeca aanbod. Naast de wijkcentra behouden in Oost-Nederland ook veel dorpscentra met een compleet boodschappencluster hun sterke positie.
- Lokale horeca bedient inwoners
Uit de binding en toevloeiing aan horeca-aanbod, blijkt dat inwoners in gemeenten in Oost-Nederland redelijk sterk op het eigen aanbod georiënteerd zijn. Lokale en unieke horeca trekt een sterk eigen publiek aan, zowel in kleine dorpen als in grote steden. Waarbij er tussen kleinere en grotere gemeenten ook verschillen in de beoordeling van de horeca bestaat (zie afbeelding hieronder). Doelgericht bezoek is gebruikelijk, terwijl dit bij detailhandel minder het geval is.
- Toerisme in herstel zorgt voor draagvlak detailhandel en horeca
Meerdere gemeenten zijn voor het draagvlak van hun detailhandel - en vooral ook van hun horeca - mede afhankelijk van verblijfstoeristen in hun regio en/of van dagtoerisme uit Nederland en Duitsland. Beide stromen waren in 2023 zelfs groter dan voor corona en zorgden voor bestedingen.
- Grootste binnensteden blijven sterk, middelgrote centra vragen aandacht
Uit de resultaten blijkt dat de grootste stedelijke centra in Oost-Nederland hun sterke positie behouden. Zowel in voorzieningenaanbod, verzorgingsgebied als in waarderingen. Een aantal middelgrote centra verliest terrein ten opzichte van wijkcentra en omliggende kernen. Het zoeken naar een onderscheidend karakter en gerichte investeringen is nodig. Dit heeft bijvoorbeeld in centra als Hengelo en Emmen inmiddels tot een aantal plusjes geleid.
- Grootschalige concentraties behouden stevige positie
De grootschalige winkelconcentraties zoals de meubelboulevards of concentraties van woonwinkels en steeds vaker ook meer sport- en vrijetijdsvoorzieningen hebben een relatief sterke positie. Voor relatief kleine meubelclusters met een beperkte kritische massa staat de functie wel onder druk.
- Grensoverschrijdende koopstromen namen toe
Grensoverschrijdende koopstromen zijn vooral in de gemeenten nabij de Duitse grens van invloed op het koopgedrag. Ten opzichte van 2019 is de afvloeiing van detailhandelsbestedingen uit Nederland naar Duitsland bijna verdubbeld, bijna volledig veroorzaakt door boodschappen.
De consument is kritisch, doelgericht maar ook trouw
Het is al langer bekend dat de consument steeds kritischer is. Dit onderzoek laat zien dat de consument inmiddels nóg kritischer is dan in 2019. De koopstromen laten zien dat de binding in veel gevallen is gedaald en de toevloeiing is gestegen. Dit betekent dat consumenten verder reizen om dingen te kopen en zoeken naar makkelijke alternatieven zoals online. Aan de andere kant is, als we langdurig (meer dan 10 jaar) terugkijken in Oost-Nederland, ook een sterke mate van stabiliteit zichtbaar. Afstand, gemak en efficiëntie zijn nog steeds belangrijk en de marktpositie van de meeste winkelcentra verandert weinig.
Als we inzoomen op de beoordeling van winkelgebieden, is er over de gehele linie sprake van een lichte daling. Vooral de beoordeling van faciliteiten, bereikbaarheid per openbaar vervoer en aanbod van horeca is relatief achteruitgegaan. Wat betreft de horeca zit dit mogelijk in de daling van de waardering op gastvrijheid en prijs-kwaliteit, wat misschien samenhangt met het personeelstekort en de inflatie. Aanwezigheid van groen en parkeermogelijkheden voor de auto zijn wel iets gestegen in beoordeling. Hoewel met name de grotere centra een lichte toename van de verblijfsduur laten zien, is het algemeen beeld toch dat mensen vooral doelgericht kopen en iets minder lang verblijven.
Aandacht voor verschillende vervoersmiddelen
Reistijd/afstand, gemak en efficiëntie zijn belangrijke bezoekmotieven voor de consument, ongeacht het vervoersmiddel. De bezoekbeleving dient goed te zijn. De bereikbaarheid van een centrumgebied heeft daar veel invloed op. Fietsers en voetgangers komen gemiddeld het vaakst naar een centrum, vaak dichtbij, verblijven kort en besteden relatief minder per bezoek. Bezoekers met de auto komen minder vaak, wonen vaak verder weg, maar verblijven langer en besteden ook meer per bezoek. OV speelt over het algemeen een beperkte rol in het bezoek aan centrumgebieden in Oost-Nederland (uitgezonderd voor grote steden als Arnhem en Enschede).
Het verschil in bezoekgedrag per type winkellocatie is groot, waardoor ook de verdeling naar vervoersmiddel grote verschillen kent. Investeren in een goede bereikbaarheid loont, blijkt ook uit de rapportcijfers. Daarbij is in elk centrum aandacht nodig voor de voetganger en aantrekkelijke looproutes van en naar de bronpunten.
Nuttige inzichten voor beleidsmakers
Het Koopstromenonderzoek Oost-Nederland biedt beleidsmakers nuttige inzichten bij het groener, leefbaarder en vitaler maken van centrumgebieden. De resultaten van deze en andere koopstromenonderzoeken worden door ons verwerkt in ons Koopstromenmodel - een model dat inzicht geeft in het effect van verkeersingrepen op de omzet van winkelgebieden.
Lees meer over het KoopstromenmodelAlle onderzoeksresultaten online beschikbaar
Alle resultaten van het onderzoek staan verzameld op de website www.koopstromen.nl/oost. Naast het hoofdrapport staan hier factsheets met een samenvatting van de resultaten voor alle 82 deelnemende gemeenten, 137 kernen binnen die gemeenten en voor 241 winkelgebieden. Via een dashboard zijn kaartenbeelden benaderbaar met toevloeiing en afvloeiing per gemeente en winkelgebied.
Naar de website